(eerder gepubliceerd op 9 juni 2020 op Geloven met autisme)
Dat zou vreemd zijn: een kleuter in de collegezaal. Iedereen zou ook meteen begrijpen dat er iets niet klopt. En dat die kleuter echt niet begrijpt wat er om hem of haar heen gebeurt. En toch is dit de vergelijking die ik vaak gebruik om uit te leggen hoe ik me in de kerk voel. Misschien is het zelfs nog wel lastiger dan voor die kleuter, want bij die kleuter begrijpt iedereen dat hij of zij er niets van zal snappen. Ik voel me als die kleuter, maar zie er uit als een ‘gewone’ student.
Heel lang heb ik me in de kerk minderwaardig gevoeld en dom. En eerlijk gezegd, en ik weet dat het niet hoeft, dat is nog steeds zo. Als ik iedereen om me heen gezellig met elkaar zie praten, op hun gemak een plekje zie zoeken, op het oog makkelijk contact leggend. Of als het over de inhoud gaat: dat iedereen lijkt te snappen hoe geloven werkt. En waar de dominee het over heeft.
Nu zal dat niet voor iedereen opgaan natuurlijk. Niet iedereen zal zich voelen als een student, er zullen ook nog wel wat middelbare scholieren rondlopen. Die ook wel eens vragen hebben of zich niet zo op hun gemak voelen. Doe dat gevoel keer 10 en je hebt een klein beetje door hoe ongemakkelijk ik me voel.