(eerder gepubliceerd op 2 juni 2020 op Geloven met autisme)
Bidden was in mijn ogen altijd praten met God, maar tegelijkertijd kon dat niet. Praten met iemand (en is het wel iemand?) die je niet ziet, die er niet echt is… moest ik dan in het luchtledige gaan praten? En komen er dan antwoorden? Dat kan toch niet?
Ik zag het veel te letterlijk, als een gesprek met een vriend(in) die voor me zit, waarbij je naar elkaar luistert, op elkaar reageert, elkaar ziet. Kortom: een echt gesprek voert.
Tot mijn predikant een keer tegen mij zei: het wandelen in de natuur, dat is voor jou misschien wel bidden. En dat zette me aan het denken. Als ik loop, probeer ik echt in het moment te zijn. Te genieten van de rust en van de natuur: het groen, de dieren, de geluiden. Je hoort de vogeltjes, de wind, het water. En soms komt er dan een diepe rust over me heen, ben ik ontspannen en gelukkig. De vrede die ik dan ervaar, is dat dan het antwoord van God op mijn “bidden”?