(eerder gepubliceerd op 5 juni 2020 op Geloven met autisme)
Stel je het eens voor: iedereen om je heen gelooft in Fup. Ze hebben zich een beeld gevormd van Fup. Of misschien wel meerdere beelden. Ze lijken allemaal te weten hoe dat werkt: geloven in Fup. Ze vertellen je over Fup. Zeggen dat het zo fijn en goed is om in Fup te geloven, dat Fup naast je staat.
En jij? Jij hebt werkelijk geen idee waar ze het over hebben!
Fup? Je zou niet weten wat je je daarbij voor moet stellen.
Je gelooft wél in Fup, dat wel. Dat is het gekke.
Maar tegelijkertijd heb je het gevoel dat je het helemaal fout doet, want ja… Fup?
Hoe kun je nou geloven in iets dat voor jou niet meer is dan een woord van 3 letters?
Oké, misschien overdrijf ik het een beetje, maar dit is vaak wel wat geloven in God voor mij is.
Dat ik geloof, kan ik echt niet meer ontkennen. Maar wat ik dan precies geloof? Welk beeld ik heb bij God? En hoe je dat doet: geloven? Ik weet het niet.